Reactie Piet D terug

Dag Hannie,

Zo langzamerhand wordt de site echt een historisch document. Hou hem nog even in de lucht. Mij prikkelt het in ieder geval om achter de tekstverwerker te kruipen en een duit in het zakje te doen, herinneringen op te halen.
De doorslag gaf de mededeling dat Kees Rademaker overleden was. Hij woonde bij mij in huis in de Smitsstraat en hij was er bij, zwaaiend met een rode vlag, toen ik op 23 september 1969 met Corrie trouwde. Het hondje van Kees en Wya heette Ché, wat logisch was, want alles was bij hem politiek. Een tijd was hij voorzitter van de ESM - Eindhovense Studentenmaatschappij - en in die hoedanigheid lag hij overhoop met de Stichting Studentenvoorzieningen die het studentencentrum ging bouwen. Het bestuur van de stichting wilde een kegelbaan in de kelder maar Kees vond dat niks. Geringschattend schilderde hij een huiveringwekkend perspectief: aangeschoten kegelende corpsballen - gelukkige slaven - die in hun bretels ouwe mannetjesgedrag vertonen terwijl die plek zou moeten bruisen van het vrolijke studentenleven. En zo geschiedde: het werd een café.
Ik herinner me nog die nacht op het ESM-kantoor, naast de mensa in de Dommelstraat, waar ik een hele nacht samen met Kees stond te stencillen: een pamflet over onderwijsvernieuwing.
Groot was de frustratie toen 's ochtend, bij het uitdelen van onze vlammende teksten, meteen een kwart ongelezen in de goot belandde. Kees zat daar niet mee: 'al gaan ze maar nadenken', merkte hij bescheiden op.
Onder Kees' voorzitterschap ontstond in Eindhoven de eerste democratisch gekozen voorlopige Hogeschoolraad, na een bij acclamatie aangenomen voorstel van Alice Pilot tijdens een massameeting. Niet dat we van die VHR veel heil verwachtten - een symptoom immers van de heersende repressieve tolerantie - we verwelkomden het eerder als een podium voor de echte revolutie. Dit werd ons tijdens de eerste zitting van die raad nog eens fijntjes onder de neus gewreven door prof. Monhemius die een pamflet voorlas waarin de SVB als strategie aankondigde van binnenuit aan te zullen tonen dat de radendemocratie een farce was. Het is inderdaad nooit iets geworden met al die raden: tandenloze discussieclubs voor vermoeide bestuurders en gefrustreerde ambtenaren; jammer dat niemand dat ooit aan de kaak heeft gesteld.
Van de mensen die toen met Kees en mij in het ESM-bestuur zaten was alleen Rob Cl op de reünie, maar volgens Rob zat Jan van A er ook. Ik ken Jan vooral als de huisgenoot, die minstens even zenuwachtig was als ik, die nacht in 1970, toen onze Ester geboren werd.
Rob herinnert zich nog dat het bestuur van de ESM vergaderde met het college van bestuur.
Ook aangeschoven was curator Prof. Jan de Quay, die, minzaam begrijpend, licht voorovergebogen en met krakende stem sprak: 'socialist, ja dat ben ik vroeger ook geweest'. Met Rob en Margo hebben Corrie en ik nog regelmatig contact. We hebben veel herinneringen gemeenschappelijk zoals aan Kootje, die al vrij snel haar eigen wonderlijke weg ging,
herinneringen aan hun huwelijksreis naar Suriname, waar ik mijn eerste onderwijsbaan had, herinneringen aan André C die op een menu van frietjes-mét leefde en die persberichten grootmoedig ondertekende namens zowel de SVB, het JAC en Release als de Rode Jeugd, de SJ, de PSP, de PPR, de PvdA en nog een stuk of vijf organisaties die het allemaal lieten passeren, terwijl het Eindhovens Dagblad alles braaf afdrukte. André die, nadat hij in Oost-Berlijn filmrollen had opgehaald, de onsterfelijke woorden sprak: 'Ik ben me even fatsoenlijk gaan douchen'.

Tijdens de reünie benieuwde me in eerste instantie wat er van de mensen van vroeger geworden was, hoe ze zijn uitgegroeid, hoe ze nu leven. Maar de dagen erna peinsde ik dat eigenlijk het heden en niet het verleden maatgevend zijn. Dat Michiel S, met zijn status van studentenleider, zijn belezenheid en welbespraaktheid inmiddels geen kamerlid of minister is zou me kunnen verbazen. De nuchtere werkelijkheid is dat hij nu een gedreven salsaleraar is en dat hij dat eigenlijk al was tijdens de studententijd, maar dat hij dat voor ons en voor zichzelf nog even verborgen hield. Zo was André C, met zijn plakjas, toen al een ondernemer die anderen voor zijn kar spande. Zo was Theo B al de europarlementariër in de dop die anderen graag toesprak. En zo was ik zelf toen al de onderwijsmissionaris waarmee ik nu soms betiteld word en in welke hoedanigheid ik reeds jaren de kost verdien.
Wat was dat toch voor allegaartje, de linkse voorhoede? Socialist heb ik me zelf nooit genoemd en ook nooit gevoeld. Daarvoor mis ik de drive en de onbaatzuchtigheid. Wel heb ik altijd PSP gestemd, daarna Groen Links, zelfs de laatste keer, bij volmacht, via mijn jongste dochter omdat ik op vakantie was, terwijl ik stiekem nieuwsgierig was naar Fortuyn. Dat dubbele: veel sympathie voor de linksen, maar een hekel aan regelzucht, aan het doodknuffelen van minder bedeelden in plaats van ze verantwoordelijkheid en regelvermogen toe te bedelen. Is mijn pleiten voor zelfsturing in organisaties en in het onderwijs nu een links of een liberaal streven?
Als boerenzoon telt toch in de eerste plaats de zorg voor mijn kroost, zeven kinderen en zeven kleinkinderen inmiddels, dan een tijdje niks en dan de wereld. En ook dat is niet helemaal waar, want Corrie en ik plannen nu een reis naar India waar we voor de Actie Calcutta - een vrijwilligersorganisatie - een videofilm gaan maken om sponsors te trekken voor onderwijsprojecten voor de kastenlozen.
Zonder meteen in een zelfgenoegzame gezapigheid te willen vervallen meen ik toch te moeten constateren dat er weinig veranderd is, afgelopen 35 jaar. Ik hield toen de ledenadministatie van de SVB bij: 100 leden, 2 % van de studentenpopulatie. Dat waren ook ongeveer de actievelingen, waarvan er enkelen op de reünie waren. Zo'n 20 jaar geleden was ik hoofd bureau wetenschapwinkels. De maatschappelijk geëngageerden waren toen daar actief. Ook toen: 100 winkeliers, 2% van de populatie. Rond 2000 vertoefde ik een tijdje bij het Onderwijs Services Bureau (om OGO, OntwerpGericht Onderwijs, op te zetten) en ook toen: 2 % actief. Maar om dat nu een voorhoede te noemen? Wat is er dan wel veranderd: zijn we individualistischer geworden? Hoezo dan? Waren we dat toen niet dan? En hoe zou je dat willen aantonen? Ik zie juist vele voorbeelden om me heen van collectivisme, van bedrijfjes met corporate spirit, van hartverwarmende buurt- en groepsinitiatieven, van florerende hulporganisaties. Praten we opiniemakers niet te snel na? Goed, ik stop. Filosoferen doe ik toch liever in wat intiemere kring.

Piet D

top
Politieke Commune Huishouden De bewoners en ander volk kunst,muziek,sport,feesten,ontspannen en verder Annemarie het pand op zoek naar/presentielijst